Hoe Heerschop zich vergaloppeert aan een column à la Peter Buwalda. Of niet.

Mijn vriendin Brechtje: ‘Zou je niet beter beginnen met een gemakkelijker te kopiëren iemand dan Peter Buwalda? Aaf bijvoorbeeld?’

Maar zo werkt dat niet bij mij. Gelijk voor iets moeilijks gaan. Uit pure bewondering. Zelfoverschatting. Dapper ook.

Ik heb hetzelfde met John Irving, die schrijft zo magistraal dat je ten diepste voelt: zo wil ik ook schrijven. (Bidden Wij voor Owen Meany. Drie keer huilend uitgelezen. En nu precies op tijd tussen die haakjes gaan schrijven. Zóó Buwalda.)

En heb ik niet literair geconverseerd met Maarten Biesheuvel, waar ik een gesigneerd exemplaar van In de Bovenkooi aan heb overgehouden? 12-3-1993. (Baf! Gelijk de Letteren erin. Goed!) En verslond ik niet op jonge leeftijd al de columns van Godfried Bomans en Simon Carmiggelt? En ben ik niet in het copywriting-vak doorkneed geraakt via grootheden als @hansvoskamp en @erikzomer? En twitter ik niet op X met Sylvia Witteman? (Niveautje te hoog voor mij, nog.) En ben ik in het dagelijks leven niet The King of content? (Hé, daar is Elvis, Buwalda)

Ja, er schuilt een Buwalda in mij, ik word net zo goed. Begint vandaag. Dus aan de slag.

Notitie: niet vergeten om die paardenbeeldspraak uit de kopregel ergens te laten terugkomen.

Ik schrijf deze column langs de lijn van het voetbalveld. (Voetbal, helemaal des Buwalda’s.) Dochterlief speelt uit tegen Harmelen. Saai vergeleken met volleybal, wat ik zelf beoefen. Harmelen is overigens een boerengat met veel tuinders. De naam Harm zegt het al. Echt zo’n stikstofuitstootondernemer-naam. Maar laat ik niet onaardig doen over Harmelen. Wij van Ultra Traiectum hoeven in Leidsche Rijn nog maar één stukje nieuwbouwstraat aan te leggen en Harmelen is, net als Vleuten en de Meern, geïncorporeerd onder de Dom. Ik weet uit betrouwbare bron dat de annexatieplannen van Ultra Traiectum op Stadhuisplein 1 reiken van Albanianae in het westen tot Ulpia Noviomagus in het oosten, waarmee de Provincia Germania Inferior uit de as van de geschiedenis herrijst. (Enige eruditie breed uitmeten, bravo.)

Dus die Harmelaars (?) zijn al bijna stadsg’noten. Terzijde: PW heeft zijn g’noten maar ik heb mijn Maatjescirkel. Volgt later.

‘Jij denkt dat je lekker bezig bent, maar de echte Buwalda schudt wekelijks een pareltje uit z’n mouw. Kom jij aan met je eenmalige oprisping.’
Brechtje, mijn vriendin.

Niet op ingaan. Focus houden. Vrouwen houden hun vent graag klein. Uit onzekerheid. Schrijf ik nog wel eens over.

Bovendien heb ik nog in mijn zadeltas (Paard gelukt. Pfoei): een gesprek met UT rapper Ekio (Kippenvel), mijn nachtelijke autorit met Mart Smeets, een spontaan biertje met Ronald Koeman, een hapje eten met Karel van de Graaf in Hotel New York. Plus een tweelingbroer en een wilde studententijd. Materiaal genoeg.

Terug naar dat voetbalveld waar ik tegen een reclamebord van AKA Assurantiën leun. Dat doet me denken aan Sestertiën. Wat verdient zo’n Buwalda eigenlijk aan zo’n stukje? Ook vrees ik voor het eerste verbale of fysieke geweld tegen de scheids- of grensrechter. (Richard Nieuwenhuizen, God hebbe je ziel.) Maar hier in Ultra Traiectum-West houden ze het beschaafd. Mooie shirts ook. Klassiek verticaal geel-zwart gestreept. Toch eens in mijn Prisma Nederlandse Plaatsnamen Gids kijken bij Harmelen. Staat in mijn boekenkast. Gerald van Berkel/Kees Samplonius 1995.

Hoe staat het ondertussen met mijn Buwalda-score? Eens zien. Goede titel? Check. Vriendin? Check. Letteren? Check. Persoonlijke details? Check. Mooie stijlvondsten? Oordeelt u zelf. Boekenkast? Check. Fijne overdrijving? Check. ( )? Check. Elvis? Check. Lengte? Nog geen 600 woorden. Hoppa. Dat Buwalda kopiëren-concept heeft ‘Mileage’, zoals wij reclamelui zeggen. Dat betekent dat je een idee lang kunt uitmelken.

Nu nog even een artistiekerige foto van mezelf zoeken op mijn back-up schijf. Ziezo, dankjewel @arthurmartin. Hupsakee. Laarzen uit de stijgbeugel, paard afzadelen en biertje inschenken.
Mijn vriendin: ‘Heerschop, jij bent weer eens veel te snel, heel erg tevreden over jezelf. Ik zie het aan die stomme grijns van je.’